Uitdagingen in de nieuwbouwtuin

Parkeren in de voortuin

Grond is duur in Nederland. Huizen zijn bijna onbetaalbaar. Een gevolg daarvan is dat de eigen grond die met de gemiddelde eengezinswoning meekomt, almaar kleiner is geworden. Bij de huizen die in de jaren dertig van de vorige eeuw werden gebouwd hoorde meestal een flinke lap grond, de tuinen van de imitatie-jaren-dertig-huizen die nu in nieuwbouwwijken verrijzen, zijn meestal niet meer dan postzegeltjes. Bovendien is parkeren op eigen grond inmiddels min of meer de standaard geworden. De gemeente kan op die manier meer grond verkopen en hoeft minder openbare ruimte te onderhouden. De bewoner heeft gegarandeerd een gratis parkeerplaats en een eigen laadplek. Maar de keerzijde van de medaille is, dat de kleine voortuin in een parkeerplaats verandert.

De schuur

Standaard wordt ieder nieuwbouwhuis opgeleverd met een onmogelijk schuurtje. Het bouwbesluit, om precies te zijn het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) bepaalt in afdeling 4.5.5, dat een woonfunctie moet beschikken over een buitenberging die afsluitbaar is en voldoende bescherming biedt aan fietsen en scootmobielen, van minimaal 1,80 meter breed, 2,30 meter hoog en met een oppervlakte van minimaal 5 vierkante meter. Nu lijkt het misschien fijn dat de overheid ervoor zorgt dat iedere koper van een nieuwbouwwoning een plek heeft om een fiets te stallen, maar deze regel zort er wel voor dat de open ruimte binnen het woonblok bezaaid is met kleine bouwsels. De schuurtjes van 2 bij 3 meter, die de projectontwikkelaar neerzet om tegen zo laag mogelijke kosten aan de minimale eisen van het bouwbesluit te voldoen, zijn feitelijk onbruikbaar. Met enige moeite kun je er twee fietsen in kwijt maar in de praktijk is alleen de voorste fiets redelijk bereikbaar. Manoeuvreren is in zo'n kleine ruimte bijna onmogelijk en daarom zie je meestal dat de fietsen die dagelijks gebruikt worden, buiten blijven staan en niet in die afsluitbare berging. Hoe het beter kan zal ik binnenkort beschrijven in een aparte blog.

De erfafscheiding

Zodra de nieuwe wijk is opgeleverd, zie je de hekken en schuttingen verschijnen. Degene die als eerste zijn hek of schutting plaatst, zet de toon. Heeft je buurman of buurvrouw te linker zijde al een schutting met verticale delen neergezet, dan is de verleiding groot om er aan de rechterkant ook maar een te plaatsen, waarna voor de buren ter rechter zijde straks hetzelfde geldt. Wie het laatst is met het plaatsen van zijn schutting, loopt het risico straks omgeven te zijn met totaal verschillende schuttingen rondom.

Het kan ook anders. Als je een erfafscheiding in de tuin in de tuin nodig meent te hebben, dan is er bijna altijd een oplossing te vinden met levend groen (zie mijn artikeltje over hagen). Maar in tegenstelling tot wat veel mensen lijken te denken; het is ook toegestaan om je tuin níet hermetisch van de omgeving af te sluiten. Natuurlijk is het fijn om privacy te hebben in je tuin. Je wilt, als je op een zomerdag in de tuin aan tafel zit, niet kunnen zien wat er bij de buurman op tafel staat. Maar dat probleem valt meestal prima op te lossen zonder de tuin met een schutting te omringen. Die houden geluid nauwelijks tegen en behoeden je niet voor ergernis. Hoe meer je een toch al kleine tuin met schuttingen afsluit, hoe kleiner die tuin voor het oog zal lijken. En omgekeerd voelt een tuin veel ruimer aan, als je optimaal gebruik maakt van de visuele ruimte die zich buiten het eigen perceel bevindt.

Een mooi voorbeeld van hoe het anders kan, vormt een project in Rotterdam, waar ik op verzoek van twee buren, twee achtertuinen tegelijk ontwierp.

twee buurtuinen
gedeeltelijk samengevoegde buurtuinen, vlak na de aanleg

Door twee benauwend kleine tuintjes gedeeltelijk samen te voegen ontstond een kleine oase. Buurtgenoten die vanuit hun bovenwoningen op de tuinen uitkijken spreken over "het park". De tuinen zijn vrij verschillend van karakter; de ene bewoner wilde graag een klein gazonnetje, de ander liever een "wilde", kruidachtige beplanting. De beide tuinbezitters kijken vanuit hun woningen niet direct uit op elkaars tuin; de beplanting en de pergola werken als een soort coulisse. De plekken waar je het vaakst zit, zijn met beplanting van elkaar afgeschermd. Bovendien zit het ontwerp zo in elkaar dat de beide tuinen ook weer heel eenvoudig van elkaar kunnen worden "losgekoppeld" als dat ooit om de een of andere reden wenselijk zou zijn.

twee buurtuinen
dezelfde twee buurtuinen een jaar later gefotografeerd

Bij nieuwbouwtuinen is een dergelijke gedeeltelijke samenvoeging van tuinen zelfs nog veel eenvoudiger te realiseren. Het vergt alleen een beetje communicatie. De inspanningen van een goede tuinontwerper die beschikt over kennis en ervaring, kunnen zeker helpen bij het proces. Als je met een paar buren samen de tuinen tegelijk laat ontwerpen, dan kan de ontwerper, rekening houdend met ieders wensen en belangen, een oplossing verzinnen die de ideeën van de onervaren tuineigenaren ver te buiten gaan. Laat je een aantal tuinen ontwerpen door dezelfde persoon, dan krijg je een veel mooier resultaat. En als je het ontwerp vervolgens gezamenlijk uitvoert of uit laat voeren, dan scheelt dat weer enorm in de kosten. In Engeland zie je vaak bij huizen van woningcorporaties nog voortuinen met alleen gras, doorsneden door paadjes, zonder hekken. Het is groen en eenvoudig gemeenschappelijk te onderhouden. In Nederland vind je zoiets alleen nog terug in enkele voormalige fabriekswijkjes en zogenoemde "tuinwijken" of "tuindorpen" die nu enorm chic aandoen en inmiddels vaak een beschermde status hebben. Alleen gras met een paar haagjes en/of solitaire heesters. Wat een verademing in vergelijking met de totale chaos die je meestal in moderne nieuwbouwwijken ziet, als symbool van doorgeslagen individualisme en onvermogen tot samenwerking. Een kleine noot hierbij: steeds vaker wordt door gemeenten en projectontwikkelaren voorgeschreven dat alle tuinen in de nieuw ontwikkelde wijk op dezelfde manier omsloten moeten worden. Maar op de een of andere reden komen de landschapsontwerpers van dienst vaak niet verder dan het voorschrijven van een hek met klimop of een verplichte beukenhaag, die moeilijk aanslaat en lang niet overal een goede keus vormt.

Gras

Zodra een nieuwbouwwijk bewoond raakt, zie je dat in heel veel tuinen gras wordt aangelegd. Een paar jaar later is daar meestal nog maar weinig van over. Als het gras na een paar keer vervangen weer in een modderpoel is veranderd, wordt vaak besloten om de ruimte dan maar te betegelen. Dit valt allemaal te vermijden. Gras is altijd groen, beloopbaar en goed waterdoorlatend en het kan prachtig zijn. Maar gras is ook veeleisend. Het vergt een goede drainage, een behoorlijk voedselrijke bodem, voldoende water in droge perioden, het eist voldoende zon en bovenal: veel onderhoud. Als je op een plek zit waar aan die voorwaarden niet kan worden voldaan, begin er dan niet aan - en dit advies is zeker niet bedoeld als vrijbrief om kunstgras te gaan leggen! Bovendien, hoe kleiner het stukje gras in de tuin is, hoe moeilijker het onderhoud. Manoeuvreren met een maaimachine is lastig in een kleine ruimte. Gras vormt worteluitlopers, dus hoe meer grenslijnen je hebt met borders, hagen, halfverhardingen en dergelijke, hoe lastiger het onderhoud, tenzij je daar weer vooraf oplossingen voor bedenkt. En hoe idyllisch een lange tafel met heerlijke gerechten en vrolijke gasten op een stralend groen gazon er in Franse en Italiaanse films ook uitziet, in de praktijk zul je al gauw bemerken dat het gras onder de tafel steeds lelijker wordt, dat maaien rond de poten van tuinmeubels verre van eenvoudig is en dat het gesleep met meubels geen pretje is en het gras ook geen goed doet. Gras is minder goed bestand tegen belopen dan de meeste mensen denken.

Speelvoorzieningen

Dan de volgende valkuil, bijna letterlijk: de speelvoorzieningen voor de kinderen en de verplichte trampoline. Ik ken nieuwbouwwijken waar je al kort na de oplevering springend van trampoline naar trampoline de hele wijk kunt doorkruisen. Mijn ervaring is, dat kinderen met de gekste dingen spelen en bovenal met elkaar. De een is dolgelukkig met een schommel, de ander met een schepje en grind of zit het liefst in een huisje gemaakt van twee stoelen met een deken erover. Tussen mijn derde en zevende levensjaar bracht ik het liefst mijn tijd door bij mijn opa in de tuin. Altijd waren we aan het zaaien of oogsten, wieden en bloemen plukken. En ook al is dat voorbeeld misschien niet representatief, kinderen vinden zelf wel uit hoe ze het liefste spelen. Je hoeft volgens mij je eerste eigen tuintje niet bij voorbaat op te offeren aan een ruimte verslindende privétrampoline. Maar goed, de ervaring heeft mij geleerd dat het je als tuinontwerper niet in dank wordt afgenomen als je je lijkt te mengen in de vermeende wensen en behoeften van de kinderen.

De bodem

Voordat een nieuwbouwwijk gebouwd kan worden, moet eerst de grond bouwrijp woorden gemaakt. In het westen van het land betekent dat, dat er een flink pakket zand en soms grond is aangebracht. Vervolgens wordt tijdens de bouw de ondergrond flink dichtgereden door vrachtverkeer en bouwkranen. Om het perceel vlak te trekken wordt er, vrijwel op het laatst, nog wat nieuwe grond aangebracht en eventueel wat zand op de plek waar het looppad naar de voordeur en de parkeerplaats in de voortuin is gedacht en zo wordt het nieuwe huis met tuin dan opgeleverd. Het eerste probleem is dan vaak dat de ondergrond zo gecompacteerd is geraakt, dat het water er niet in wegzakt. Na zware regenbuien ontstaan er hardnekkige plassen. Zo'n dichtgeslempte "storende laag" kan zo dicht zijn dat heesters en bomen er met hun wortels niet in komen. Gras rot er weg. Wil je de drainage verbeteren dan moet je dus eerst die grond weer los maken. Hoe diep, dat is zie je vaak pas als je gaat graven.

Een tweede probleem is dat er meestal bij de aanleg te veel grond en te weinig zand is opgebracht. Aanplanten doe je liever in grond dan in scherp zand; bestraten kan juist alleen op een goed voorbereid bed van zand. Hoezeer ik ook voorstander ben van zo veel mogelijk groen in de tuin, je zult toch op de een of andere manier van de weg en van je parkeerplaatsje naar de voordeur moeten kunnen lopen en van de achterdeur naar de schuur en van de schuur naar de uitgang van de tuin. Je wilt ergens kunnen zitten en je wilt je ramen kunnen bereiken, al is het maar om ze af en toe schoon te maken. Kortom, voor je het weet bestaat er een goede reden om minstens de halve tuin beloopbaar te maken. Grind (in grindmatten) kan uitkomst bieden: het stelt minder hoge eisen aan de ondergrond dan bijvoorbeeld baksteen of keramische tegels en, als halfverharding zorgt het voor een veel betere waterafvoer in de tuin. Maar dan nog, op sommige plaatsen heb je een dunne of dikkere laag zand nodig om de plek beloopbaar te maken. Als je het teveel aan grond meteen na oplevering weer moet (laten) afvoeren, dan is dat niet alleen zonde van alle transport en werk maar het levert meteen ook een flinke kostenpost op. Probeer dus bijtijds in overleg met de projectontwikkelaar of aannemer te regelen dat al voor de oplevering, liefst meteen op de juiste plek, de juiste hoeveelheid zand wordt aangebracht.

grind op een oprit
grind gelegd in grindmatten op een oprit / erf bij een nieuwbouwwoning

Planning en kennis

Om bijtijds het zand en grond op de juiste plek te krijgen is het natuurlijk wel zaak dat je al ruim op tijd een plan hebt voor de indeling van de tuin en tot op zekere hoogte ook van het materiaalgebruik (de "materialisatie"). Dat is vaak minder eenvoudig dan het lijkt. Als je de ruimte voor alle gewenste functies bij elkaar optelt, dan blijkt vaak dat je drie tuinen nodig. Als je aan al je wensen vasthoudt, dan krijg je een soort Madurodam met heel veel onrust en hokkerigheid, waarbij vaak alles net te klein is om functioneel te zijn. Soms lukt het om functies met elkaar te combineren. Pad en terras kunnen bijvoorbeeld in elkaar overlopen zodat je iets flexibeler bent als het aantal zitplaatsen in de tuin even moet worden uitgebreid. Tuinmeubilair hoeft niet gigantisch groot te zijn. Het terras hoeft niet altijd pal tegen het huis aan te liggen; een paar meter van de gevel af zit je soms zonniger en centraler, meer ín de tuin dan dat vóór de tuin. Er is meer mogelijk dan je denkt, maar alle functies te klein intekenen is geen verstandige strategie. Soms is het schrappen van functies de enige verstandige weg. Kill your darlings. Dat is de belangrijkste les bij het ontwerpen van een tuin.

Houd er bij het verzinnen van een goede indeling rekening mee, dat niet elke vorm in elk materiaal te realiseren is. Met grote ceramische tegels kun je geen gebogen vormen maken. Tussen de diverse functionele eisen, de indeling van de tuin en de keuze van de dode en levende materialen bestaan allerlei onderlinge afhankelijkheden. Een keuze voor het een heeft gevolgen voor het ander. Voor beplanting geldt dat evenzeer als voor verharding. Onder een boom die schaduw geeft, kun je geen weelderige border hebben van planten die volle zon nodig hebben. Een teer plantje is kansloos naast een woekeraar. Kijk niet naar hoe een plant eruitziet bij het tuincentrum maar naar de eisen die hij stelt aan zijn standplaats en naar zijn groeiwijze, omvang, habitus over tien tot twintig jaar. Tuinontwerpen is een vak. Verdiep je in de materie of schakel deskundige hulp in. Dan krijg je niet alleen het snelst het mooiste resultaat maar dan voorkom je ook praktische problemen en onnodige kosten. Maar bedenk wel, dat ook een ontwerper niet kan toveren. Een goed ontwerp vereist goed opdrachtgeverschap.

semi-openbare ruimte
semi-openbare ruimte in een buitenwijk van Freiburg im Breisgau. Een voormalig kazerneterrein, gekraakt, daarna "gegentrificeerd", nu omringd door nieuwbouw.

Conclusie

Om van een tuin in een nieuwbouwwijk iets moois te maken, dat is nog helemaal niet zo gemakkelijk. Eigenlijk sta je als nieuwe tuinbezitter vaak bij de start al met 5-0 achter. Je zit vaak opgescheept met een kaveltje dat te klein is voor alle wensen, met een onbruikbaar schuurtje, met een te grote auto in een te kleine voortuin, met de verkeerde en dichtgeslempte grond, met het feit dat je eigenlijk zou moeten overleggen met buren die je nog helemaal niet kent en met een aantal klassieke "prisoners dilemmas".

Het is volgens mij de hoogste tijd dat projectontwikkelaars dit gaan inzien. Maar zowel zij als de kopers, die overigens door de aanhoudende woningschaarste al decennialang in Nederland bitterweinig keuze hebben, houden vast aan het ideaal van het eigen tuintje, hoe klein dat dan ook is. Gelukkig bestaan er voorbeelden, als meer dan honderd jaar lang, van projecten waar mensen beschikken over een kleine eigen tuin die uitkijkt op of in verbinding staat met een grotere semi-openbare ruimte die professioneel is ontworpen en aangelegd en die daarna onderhouden wordt of door de bewoners zelf of door professionele hoveniers of door een combinatie van beide. In die gedeelde ruimte kunnen gemakkelijk de voorzieningen worden gerealiseerd waarvoor in de individuele tuin de ruimte eenvoudigweg ontbreekt.

Wil je toch van een klein perceeltje iets moois maken, dan is daar moed voor nodig. Mijn advies: probeer over de tuin te denken zonder ongefundeerde aannamen, stereotypen en cliché's. Als je vasthoudt aan angst voor overleg, voor inkijk, de verkoopbaarheid van je huis over twintig jaar en de adviezen van je ondeskundige vrienden, dan is de kans groot dat je toch weer eindigt met het woud aan schuttingen, tegels en trampolines dat je misschien met al je goede groene bedoelingen zo graag had willen vermijden. Tuinieren is keuzen maken en dat vergt dapperheid. De beloning die je daarvoor terugkrijgt, kan ook groot zijn. Heel veel succes en sterkte gewenst.

< vorige pagina
volgende pagina >