Waarom wel of niet snoeien

Zodra in de herfst de blaadjes beginnen te vallen, bekruipt veel tuinbezitters de neiging om alle aanplant in de tuin een kopje kleiner te maken. De tranen springen je in de ogen wanneer je het resultaat van zo'n onbesuisde slachtpartij ziet: bomen onthoofd, heesters gekortwiekt, vaste planten blootgesteld aan de elementen, de grond vertrapt. Voordat je gaat snoeien, zorg dat je weet wat je gaat doen en waarom.

Over het snoeien van de diverse gewassen, houtig of kruidig, meer dan voldoende boeken beschikbaar. Ook op internet vind je talloze handleidingen die uitleggen hoe je moet snoeien en wanneer. Maar de vraag die daaraan vooraf zou moeten gaan, wordt weinig gesteld, namelijk: is het überhaupt nodig en zinvol om te snoeien? Waarom zou je het doen? Wat kun je wel en niet met snoei bereiken? Die vragen wil ik hier proberen te beantwoorden.

In principe hebben bomen en struiken er zelf geen behoefte aan om gesnoeid worden. De natuur heeft zich immers miljoenen jaren prima weten te redden zonder dat er jaarlijks iemand met een zaag en een takkenschaar langskwam om vakkundig een snoeibeurt uit te voeren. De wens tot ingrijpen ligt altijd aan de kant van de mens. Vooral in een stedelijke omgeving en zeker in kleine particuliere tuinen kunnen zich diverse redenen aandienen om bepaalde gewassen onder bepaalde omstandigheden te snoeien. Die zal ik hier proberen langs te lopen.

Een eerste reden is soms de gezondheid van een individuele plant. Dat is het ingrijpen van de mens als bomendokter. Takken kunnen in de loop van de tijd aangetast worden door beschadigingen, schimmel- en virusinfecties, door bacteriele infecties of kanker. Het verwijderen van die aangetaste takken kan dan de levensduur van de plant verlengen. Soms lukt het daarmee om te voorkomen dat de aantasting zich verder uitbreidt. Bovendien zorgt het wegzagen van die aangetaste takken ervoor dat de delen van de plant die nog gezond zijn, meer licht krijgen. De plant wordt dan gestimuleerd om nieuwe uitlopers te maken en zo in staat gesteld om zich met gezonde nieuwe scheuten iets beter tegen de ziekteverwekkers verweren. Sommige struiken kun je redelijk "verjongen" door jaarlijks de oudste takken te verwijderen. Als dat bij mensen nou ook eens mogelijk was ...

Afgestorven takken gaan rotten en vallen uiteindelijk af. In een dichtbewoonde omgeving kun je zulke takken maar beter weghalen voordat ze spontaan op iemands hoofd of eigendommen vallen. En zo zijn er meer redenen om te snoeien die vooral de veiligheid van de mens betreffen. Bij laanbomen wil je niet dat de onderste zijtakken zo laag hangen dat passanten of voertuigen ermee in aanraking komen. Verder hebben de meeste bomen van nature de neiging om spontaan hun onderste takken, die steeds meer in de schaduw van de uitdijende kroon komen te liggen, af te stoten. Dat ben je als beheerder dan maar liever vóór. Dan zijn er ook boomsoorten, zoals de linde, die de gewoonte hebben om vanaf de wortel en van laag langs de stam steeds weer nieuwe uitlopers te vormen. Bij dergelijke soorten is het opkronen van de boom een klus die regelmatig zal moeten worden uitgevoerd.

gesnoeide Taxus
Zoiets kom je niet vaak tegen; een taxus in een soort hybride vorm: boom, haag en "topiary" tegelijk. Hoe zou deze grappige vorm ontstaan zijn? Begon het als tot boom uitgegroeide haagplant of als een halfslachtige poging tot opkronen?
gekandelaberde boom
Gekandelaberde boom

In stedelijke gebieden blijkt vaak na verloop van jaren dat een boom slecht geworteld is. Dat maakt dat zo'n boom bij storm gemakkelijk kan omvallen. Soms helpt het dan om de boom uit te dunnen door een aantal zware takken te verwijderen en om zo de boom wat lichter te maken en minder vatbaar voor wind. Kandelaberen kan ook een manier zijn om de omvang en het gewicht van een grote boom te beperken. Alle takken worden dan op een vaste afstand rond de stam ingekort. Lang niet alle boomsoorten verdragen zo'n drastische ingreep. Gewoonlijk reageert een boom of heester op rigoureuze snoei door aan het uiteinde van de gesnoeide stam of tak nieuwe uitlopers te vormen. Na het kandelaberen zie je dan ook gewoonlijk een soort pruiken of knotten van veel nieuwe groeischeuten ontstaan. Die maken op een gegeven moment de boom weer te zwaar en te groot en zullen dan opnieuw moeten worden weggehaald. Dat kan door de boom na enkele jaren nogmaals te kandelaberen. Maar dit is een kostbaar procedé waar goed opgeleide boomklimmers en/of hoogwerkers aan te pas komen, zeker op moeilijk toegankelijke plekken waar weinig ruimte is om het snoeihout te laten vallen. Niet alleen is deze methode duur en lang niet overal toepasbaar, het resultaat ziet er ook nog eens heel onnatuurlijk uit. Uithuilen en opnieuw beginnen is meestal een betere optie maar dan moet je wel een kapvergunning weten te krijgen om de oude boom te mogen verwijderen en dat blijkt vaak geen sinecure (behalve voor gemeenten zelf).

gekandelaberde boom
Gekandelaberde boom

Dan zijn er natuurlijk talloze gewassen die gekweekt en aangeplant worden met een specifiek doel. Telers van fruit bijvoorbeeld streven naar een zo groot mogelijke oogst en naar vruchten van een bepaalde grootte en kwaliteit die ook nog eens gemakkelijk te plukken moeten zijn. Om de kwaliteit van de oogst te sturen en de opbrengst te maximaliseren worden gewassen zoals fruitbomen, bessenstruiken en druiven zorgvuldig en regelmatig gesnoeid. Bij de teelt van groente en snijbloemen geldt dat evenzeer. En in een kleine particuliere tuin zijn dergelijk technieken ook toepasbaar. Door bijvoorbeeld bij rozen of diverse vaste planten de uitgebloeide bloemen te verwijderen kun je herbloei stimuleren en voorkom je dat de plant zijn energie steekt in het vormen van vruchten. Bij veel planten valt er zowel voor als tegen snoei te pleiten. Als je een vlinderstruik in het voorjaar snoeit, dan zal hij bossig en compact uitgroeien en krijg je relatief veel bloemen op ooghoogte. Snoei je hem niet, dan kan er een prachtige parasolvorm ontstaan die weer heel andere voordelen biedt.

vlinderstruik
een paar "verwaarloosde" vlinderstruiken, enkele jaren niet gesnoeid. Prachtig.

Een heel andere toepassing van planten die eveneens, en wel per definitie, om snoei vraagt, vormen hagen in al hun soorten en maten. De heg of haag vormt al een heel oud element in ons cultuurlandschap. Als je geschikte plantensoorten die van nature tot grote heesters en bomen zouden uitgroeien, regelmatig snoeit en en zo nodig met elkaar vervlecht, dan groeien die planten zo compact dat zij met elkaar een ondoordringbaar lint gaan vormen dat geschikt is om vee binnen te houden en ongewenste gasten buiten. Hagen kunnen prachtig architectonische elementen vormen in een open landschap of in de tuin in een omsloten ruimte. Ze verlenen structuur en vormen vaak een heel mooie achtergrond voor andere planten die daar in bladkleur, -vorm en textuur heel mooi kunnen afsteken. Natuurlijk lenen lang niet alle plantensoorten zich ertoe om tot haag te worden gesnoeid maar er is veel meer mogelijk dan je misschien zou denken. Ook voor specifieke, lastige plekken zijn er soms heel verrassende soorten te vinden die als haagplant dienst kunnen doen. Over het nut van hagen, ook voor kleine stadstuinen, en over hun vorm, samenstelling en onderhoud, heb ik uitgebreid geschreven in een aparte blog.

taxushaag
De Deutzia setchuensis corymbiflora en de Viburnum davidii steken prachtig af tegen de strak geknipte taxushaag.

Soms kan het wenselijk zijn om een bijvoorbeeld een klimplant in een bepaalde richting te leiden (bijvoorbeeld om een muur te bedekken) of om een plant juist weg te leiden van een bepaald object. Soms is ergens een dicht dak van bladeren gewenst, bijvoorbeeld om schaduw te bieden. Platanen bijvoorbeeld laten zich vrij gemakkelijk tot een dakvorm snoeien. Linden worden vaak gebruikt als leiboom, dat wil zeggen, als haag op pootjes. Er zijn ook situaties waarin er eigenlijk nauwelijks een functioneel argument om te snoeien aanwezig is en waar eigenlijk louter de esthetiek het argument vormt voor snoei. In allerlei perioden ontstonden culturele tradities om planten op markante wijze vorm te geven. Denk maar eens aan de leilinden bij oude boerderijen of de Engelse topiary, waarbij van groenblijvende struiken zoals Buxus of Taxus enorme abstracte of figuratieve vormen worden gemaakt: zuil- of bolvormen, blokken, kegels, wolken maar ook hele olifanten, eekhoorns, enzovoort. En denk aan de traditie van het maken van bonsai-bomen in Japan. Dergelijke vormen van snoei behoren tot ons cultureel erfgoed.

Buxus balearica
Buxus balearica, ongesnoeid

Kunnen er ook valide redenen bestaan om juist níet te snoeien? Zeker. Sommige soorten kunnen er slecht tegen wanneer ze gesnoeid worden. Ze herstellen zich nauwelijks, ontwikkelen geen nieuwe takken of ze sterven gewoon af. Veel schubconiferen bijvoorbeeld verdragen het wel om oppervlakkig geschoren te worden maar als je in het kale hout knipt of grote takken verwijdert, dan krijg je daar geen nieuwe groei voor terug. Er zijn ook bomen die op latere leeftijd van nature een prachtige, grillige silhouet kunnen krijgen, maar alleen als je ze met rust laat. Magnolia's vormen daarvan een goed voorbeeld. Die worden veel mooier als je ze niet snoeit. Bij heesters die op het hout bloeien dat het jaar daarvoor is aangemaakt, is snoeien vaak ook niet zo'n goed idee. Je kunt ze onmiddellijk snoeien na de bloei maar dan ontwikkelen zich natuurlijk geen vruchten. Sommige soorten die vaak als haag of leivorm worden gebruikt, zoals de Buxus en de vuurdoorn, komen juist verrassend goed tot hun recht wanneer je ze vrij laat uitgroeien en toepast als solitair.

Buxus microphylla japonica
Buxus microphylla japonica, ongesnoeid

Bomen of struiken snoeien omdat ze te groot zijn geworden is zelden een goed idee. Zeker, er zijn soorten die van nature heel groot worden en die je desondanks ook in de vorm van een haag kunt laten groeien als je de planten van jongs af aan regelmatig snoeit. Maar als je bomen of struiken eerst jarenlang laat uitgroeien en daarna pas begint met het terugzagen van alle uiteinden, dan ben je zo'n exemplaar eigenlijk aan het kandelaberen met alle eerder genoemde bezwaren van dien. Reden te meer waarom het zo belangrijk is om bij aanplant de juiste soort te kiezen voor de beschikbare ruimte. "Als 'ie te groot wordt dan snoei ik hem wel" hoor je alleen uit de mond van mensen die echt niet weten waar ze het over hebben.

En tenslotte, ook de plantensoorten die snoei in principe goed verdragen, dienen, als je eenmaal besloten hebt om ze te snoeien, nog wel op de juiste manier te worden gesnoeid. Dat vergt scherp en schoon gereedschap maar vooral ook kennis. Door op het verkeerde moment te snoeien kunnen gewassen vatbaar worden voor ziekten en plagen, doodbloeden, invriezen of juist reageren door het aanmaken van heel veel ongewenste uitlopers. Kortom, als je niet goed weet wat je doet, snoei dan maar liever niet.

Forsythia
ongesnoeid is een Forsythia veel mooier dan gesnoeid
< vorige pagina
volgende pagina >